Dit gerecht is voor 4 personen.
Ingrediënten:
500 gr krieltjes
400 gr spruitjes (schoongemaakt)
2 kipschnitzels
125 gr spekblokjes
250 gr champignons
1 kippenbouillonblokje
50 gr bloem
50 gr roomboter (ongezouten)
450 ml halfvolle melk
75 gr geraspte kaas
Extra boter om in te bakken
Bereiding:
Verwarm de oven voor op 180°C (hete lucht)
Smelt wat boter in de pan en bak daarin de krieltjes mooi bruin. Halverwege kan je ook de spekblokjes meebakken tot deze lekker krokant zijn.
Verhit ondertussen een pan met water en kook hier de spruitjes in tot beetgaar (ik kook ze ongeveer 8 minuten). Giet de spruitjes af en hou ze onder de koude kraan om het kookproces te stoppen. Laat ze uitlekken.
Doe zowel de krieltjes, spekblokjes en de uitgelekte spruitjes in een ovenschaal en meng ze goed door elkaar.
In de pan van de krieltjes kan je nu de kipschnitzels even kort aanbakken (ze zijn waarschijnlijk al gegaard, anders duurt het iets langer). Snij de kipschnitzels in reepjes en verdeel deze over de spruitjes/krieltjes. Zet even opzij.
Snij de champignons in plakjes.
Smelt de roomboter in een gewone pan (niet te klein). Als de boter begint te verkleuren voeg je de champignons eraan toe. Laat dit even bakken en voeg dan het kippenbouillonblokje verkruimeld toe.
Voeg de bloem toe, roeren en laat de bloem even goed garen.
Voeg nu, in kleine beetjes en goed roerend, de melk toe. Dit gaat het makkelijkst eerst met een (houten) spatel en later met een garde. Goed roeren er mogen nl. geen klontjes in zitten. Zet het vuur iets hoger en laat het even doorkoken. Je zal zien dat de saus dan dikker wordt.
Giet de saus over de kipschnitzels in de ovenschaal. Bedek met een laagje geraspte kaas en zet dit ongeveer 20 minuten in de oven tot de kaas mooi gesmolten is.
Let op, het gerecht is bloedheet als het uit de oven komt dus blazen.
Eet smakelijk.